Bijna 214.000 mensen deden in 2023 beroep op de hulp van de Belgische Federatie van Voedselbanken
Om aan de noden te kunnen blijven voldoen, herinneren de Voedselbanken de politieke partijen aan hun prioriteiten
Vrijdag 2 februari 2024 – Op haar jaarlijkse persconferentie presenteerde de Belgische Federatie van Voedselbanken haar cijfers voor 2023 en de vooruitzichten op middellange termijn. In 2023 bezochten in totaal bijna 214.000 mensen de 673 lokale verenigingen die aangesloten zijn bij de Voedselbanken. Dat is een stijging van 27% ten opzichte van 2019. Ondanks de nijpende situatie kon de Federatie aan de vraag voldoen dankzij de levensmiddelen die ze ontving van de voedingsindustrie, supermarkten, veilingen en via inzamelingen. Ze kon ook rekenen op het voedselaanbod via het Europees Sociaal Fonds (ESF+) en de financiële steun van haar private en publieke donoren om voedsel te kopen en meer mensen in nood te helpen.
Tijdens de persconferentie kwam de Federatie ook terug op de eisen die ze had gesteld in haar memorandum dat midden januari aan alle politieke partijen werd overhandigd: de invoering van stimulansen om bedrijven aan te moedigen voedsel te doneren en de verderzetting in 2026 en 2027 van de beslissingen die werden genomen over het financieringskader van het Europees Sociaal Fonds (ESF+) in 2024 en 2025.
De vraag naar voedselhulp steeg in 4 jaar tijd met 27%
In België moeten de Voedselbanken inspelen op een steeds grotere vraag naar voedselhulp. In 2023 deden maar liefst 214.000 mensen een beroep op de Voedselbanken voor levensmiddelen. In 2022 waren dit 210.000 mensen (+ 2%).
Sinds 2019 hebben de Voedselbanken het hoofd geboden aan een ongeziene stijging van het aantal begunstigden met 27%.
Marc Mertens, gedelegeerd bestuurder van de Belgische Federatie van Voedselbanken, legt uit: “De afgelopen jaren hadden de sterke stijging van de energie- en voedselprijzen enerzijds en de geopolitieke situatie anderzijds een grote impact op de financiële situatie van de Belgen. Steeds meer eenoudergezinnen, gepensioneerden en studenten kunnen niet anders dan aan te kloppen bij een van onze 673 aangesloten organisaties om zich van levensmiddelen te voorzien. Maar liefst 21% van onze begunstigden zijn alleenstaande moeders. Eind 2022 was een op de vijf van onze begunstigden bovendien jonger dan 14 jaar.”
Ondanks een aanzienlijke stijging van het aantal begunstigden, slaagde de Federatie erin om dezelfde hoeveelheid voedsel per begunstigde te voorzien. Dankzij de oproep van FEVIA (de federatie van de Belgische voedingsindustrie) en de lagere grondstofprijzen bereikte het totale volume geschonken levensmiddelen door de voedingsindustrie 5.692 ton, 16% meer dan in 2022. Het voedselvolume dat de Federatie ontving van supermarkten steeg in 2023 ook met 7,7% (7.779 ton). Bovendien kreeg de Belgische Federatie van Voedselbanken 8.169 ton voeding via het Europees Sociaal Fonds (ESF+).
Om aan de groeiende vraag naar voedselhulp te voldoen, heeft de Federatie echter zelf 1.311 ton voedsel moeten aankopen (+3,2% ten opzichte van 2022 en +65% in vergelijking met 2020).
“Ondanks alle levensmiddelen die we ontvangen, moeten we sinds 2020 steeds meer voedsel zelf kopen”, voegt Marc Mertens toe.
In totaal slaagden de Voedselbanken erin om 23.571 ton voedsel uit te delen in 2023 (+2% ten opzichte van 2022). Dit komt overeen met 47 miljoen maaltijden of 4 maaltijden per week per begunstigde.
De Federatie roept op tot maatregelen die bedrijven aanmoedigen om voedsel te doneren
In de aanloop naar de federale en regionale verkiezingen die zullen plaatsvinden in juni, heeft de Belgische Federatie van Voedselbanken midden januari een memorandum overhandigd aan alle politieke partijen. Dat document legt de nadruk op een aantal problemen die de duurzame werking van de Voedselbanken belemmeren.
Op dit moment kunnen bedrijven die voedingsmiddelen willen doneren deze niet meer dan 15 dagen voor de vervaldatum weggeven, anders krijgen ze de btw niet terug. Als gevolg daarvan kiezen bedrijven er vaak voor om die producten tegen een zeer lage prijs te verkopen of om ze te vernietigen en zo opslagkosten te besparen. De Federatie pleit dan ook voor een schrapping van deze maximumtermijn.
Bovendien is het in veel gevallen voordeliger om voedseloverschotten te vernietigen dan om ze te doneren. Piet Vanthemsche, voorzitter van de Belgische Federatie van Voedselbanken, legt uit: “Bedrijven moeten bijvoorbeeld accijnzen betalen wanneer ze alcoholvrije dranken schenken maar als ze die dranken vernietigen, kunnen ze de accijnsrechten terugvorderen. Hetzelfde geldt voor taksen op verpakkingen en invoerrechten die niet teruggevorderd kunnen worden in het geval van een schenking maar wel als de producten vernietigd worden. We roepen de regering op om de wetgeving rond accijnzen op alcoholvrije dranken aan te passen en de voorwaarden waaronder de belastingen worden teruggevorderd, te veranderen.”
Tot slot vraagt de Federatie ook bijkomende fiscale maatregelen om bedrijven aan te moedigen voedingsmiddelen te doneren aan de Voedselbanken.
“We zien concurrenten opkomen die grote hoeveelheden voedseloverschotten opkopen tegen sterk gereduceerde prijzen om ze vervolgens door te verkopen aan lage prijzen. Aangezien er geen extra (fiscale) stimulansen zijn om goederen te schenken aan organisaties zoals de Voedselbanken, geven producenten de voorkeur aan het verkopen van hun overschotten tegen sterk gereduceerde prijzen om zo hun verliezen fiscaal af te trekken. Om een minimum aan gelijke behandeling te garanderen, vinden wij het legitiem om donaties aan Voedselbanken en verkopen aan commerciële bedrijven te onderwerpen aan vergelijkbare belastingprincipes”, legt Marc Mertens uit.
De Federatie verwijst in het bijzonder naar het Franse model waarbij de boekwaarde van de geschonken goederen, inclusief opslag en transport, fiscaal aftrekbaar is. In België kunnen bedrijven die voedingsproducten schenken vandaag enkel de btw (6%) erop terugvorderen.
De Federatie roept de regering op om de verlaging van het ESF+ budget te compenseren
De opname van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) in het Europees Sociaal Fonds (ESF+) in 2024, zal tot een drastische vermindering van de ter beschikking gestelde budgetten leiden. Terwijl de Federatie in 2022 en 2023 nog kon rekenen op een jaarlijks budget van 18 miljoen euro, zal dat budget dalen tot 11,2 miljoen euro voor de periode 2024-2027, waarvan nog eens 7% moet worden afgehouden voor begeleidende maatregelen. Dit betekent een vermindering van het aankoopvolume met ongeveer 3.000 ton op jaarbasis of 13% van het totale volume.
“Hoewel de federale regering van plan is om een compensatie te voorzien voor de drastische vermindering van de Europese steun via het ESF+ in 2024 en 2025, blijft de toekomst erg onzeker. We zullen waarschijnlijk aanzienlijk moeten snoeien in de budgetten voor voedselaankopen. We vragen daarom dat de compensatie die gepland is voor 2024 en 2025 wordt uitgebreid naar de volgende jaren. Daarnaast willen we dat er structurele bedragen opzij worden gezet voor de aankoop van levensmiddelen. ”, merkt voorzitter Piet Vanthemsche op.
De Voedselbanken: een belangrijke economische en maatschappelijke meerwaarde
In 2023 kwam 60% van het voedsel dat werd uitgedeeld door de Voedselbanken van overschotten of onverkocht voedsel, waardoor voedselverspilling werd voorkomen
Om zich verder te engageren in de strijd tegen voedselverspilling, vragen de Voedselbanken aan de federale en regionale overheden om initiatieven te nemen die ervoor zorgen dat voedsel ter beschikking wordt gesteld aan mensen in nood en dat het niet wordt omgezet in voeding voor dieren of producten met een nog laagwaardiger bestemming. Deze initiatieven zouden de samenwerking tussen de “nieuwe” regionale voedselplatformen en de “bestaande” voedselplatformen, zoals de Voedselbanken, moeten bevorderen.
Tot slot benadrukt het memorandum ook de maatschappelijke meerwaarde van de Voedselbanken. In 2022 leverde elke geïnvesteerde euro in de Voedselbanken een maatschappelijke meerwaarde op van bijna 8 euro. In dit kader wijst de Federatie op de talrijke kansen voor sociale tewerkstelling bij de Voedselbanken, die niet alleen een interessante activiteit zijn maar ook een springplank vormen naar reguliere tewerkstelling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
De Belgische Federatie van Voedselbanken is niet de enige die knelpunten vaststelt. De oplossingen die ze voorstelt zijn besproken en overgenomen door verschillende andere organisaties die betrokken zijn bij voedselhulp.
Célia Roger
Marc Mertens